Geschiedenis

Een bigband is een muzikaal ensemble vooral geassocieerd met het spelen van jazzmuziek. Bigbands werden bijzonder populair in de jaren 30 en 40 van de 20e eeuw tijdens de periode van de swing. Een bigband bestaat gewoonlijk uit ongeveer 12 tot 25 muzikante en omvat saxofoons, trompetten, trombones en en ritmesectie soms aangevuld met zang.

 

In de geschiedenis van de populaire bands zijn stilistisch twee periodes te onderscheiden. In het midden van de jaren 20 maakten gewoonlijk 10 tot 25 muzikanten deel uit van de bigband. In die tijd werd een milde vorm van jazz gespeeld waar weinig improvisatie aan te pas kwam. Ook werden violen ingezet, maar dat duurde slechts tot de introductie van swing in 1935. Deze dansmuziek (tot aan de swing) werd gekenmerkt door zoetgevooisde, romantische melodieën. De muzikanten hielden zich aan het vooropgesteld arrangement, en de zangers ‒ gewoonlijk tenors ‒ zongen de melodie zonder improvisatie. Frank Sinatra was een van die tenors wiens carrière op gang kwam dankzij zijn samenwerking met het populaire dansorkest van Tommy Dorsey.

Tegen 1930 verscheen een nieuwe vorm van bigband, die meer authentieke jazzmuziek speelde. Er werd nu meer ruimte binnen de muziek gegeven voor geïmproviseerde solopartijen. Deze soort muziek bereikte echter nooit het succes van de bands die romantische melodieën speelden. De drie belangrijkste centra waar deze muziek werd gespeeld waren New York, Chicago en Kansas City.

In de jaren 30 was radio voor deze jazzmuzikanten zoals Benny Goodman (bijgenaamd "the Pied Piper of Swing", oftewel "de Rattenvanger van de swing") een belangrijk medium om opgemerkt te worden. Een ware rage in die tijd waren de 'battles' tussen muzikanten; daarbij daagden ze elkaar uit tot het spelen van de beste improvisaties.  Bigbands werden ook in films van de jaren 30 opgevoerd en dat bleef zo tot de jaren 60 In de jaren 50 verschenen ook fictieve biografische films over Glenn Miller, Gene Krupa, Benny Goodman en anderen, bedoeld als nostalgisch eerbetoon aan hun succesperiode.


Vóór de Tweede Wereldoorlog hadden formaties uit de Lage Landen als The Ramblers en het orkest van Stan Brenders al veel succes. Het enthousiasme voor de 'nieuwe' Amerikaanse muziek en vooral de komst van swingorkesten na de oorlog naar Europese had nu tot gevolg dat er heel wat Nederlandse en Belgische bigbands en andere jazzensembles werden gevormd.  Na 1945 evolueerde jazz in allerlei nieuwe richtingen. 

 

Bron en meer informatie
Wikipedia


De culturele oorsprong ligt rond 1920 en bestaat dus rond 100 jaar! 

 Geschiedenis in tijdvakken
1920 - 1930
1930 - 1945
Na 1945

 

Er zijn zowel nationaal als internationaal tal van Bigbands.